Vogeltjes in de tuin

Vogeltjes in de tuin

Als men kijkt naar het weer van de afgelopen winters, is het niet vreemd dat zelfs mensen die vinden dat vogels nooit bijgevoerd moeten worden, daarmee zijn begonnen. Als het eenmaal hard gaat vriezen, loopt de hoeveelheid te vinden voedsel erg hard en snel terug. De meeste vogels eten graag insecten, maar die verdwijnen al bij de eerste vorst. Tegen de tijd dat het echt winter is, is er ook geen bes meer te vinden.

In ons tuincentrum is dan ook behoorlijk wat te vinden, om onze kleine gevederde vrienden door de winter heen te helpen. Het ligt er natuurlijk aan welk soort vogels er in uw tuin zijn, wat er het meest geschikt is. Er zijn natuurlijk een aantal zaken, die u in ongeveer elke achtertuin kunt doen.

Mussen eten het liefst van een voederschaal of voedertafel. Plaats deze natuurlijk altijd buiten het bereik van katten, die het vaak niet kunnen laten vogeltjes op een schaal aan te zien voor een lekker hapje. Roodborstjes zitten juist weer liever op de grond, op een beschut plekje onder de heg. En koolmeesjes vinden het heel prettig om te snoepen van vetbollen en ongebrande pinda's, deze zijn in verschillende verpakkingen in ons tuincentrum te vinden. Voer het liefst meerdere malen kleinere hoeveelheden, omdat u anders, vanwege overgebleven voedsel, ongenode gasten in de tuin kunt krijgen – zoals ratten en muizen. Verwijder wel vetbollen en pinda's, voordat koolmeesjes jongen krijgen. Koolmeesjes vinden pinda's zo lekker, dat ze er een voorkeur voor hebben. Helaas voeren ze die dan weer aan hun jongen, die er dood aan kunnen gaan.

Wanneer u een vogelbadje in uw tuin heeft, is dat vaak ook een veelgebruikte drinkplaats. Zorg  er dus voor, dat deze ijsvrij blijft. Doe dit nooit met zout. Als u iets aan het water wilt toevoegen, om het langer ijsvrij te laten zijn, dan kunt u eventueel wat druivensuiker toevoegen. Dit kan veel minder kwaad. Vul het vogelbad nooit met warm water. Anders kan het gebeuren, dat badende vogels niet snel genoeg kunnen opdrogen en dan kunnen ze bevriezen.